Geslaagde inspiratiebijeenkomst over klimaatadaptatie in Drenthe

23 november 2018

De klimaatadaptatie wordt een steeds belangrijker onderwerp, ook in de politiek. Het wordt warmer, droger en regent vaker (en dan heel hard). Samen met de waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s organiseerde onze Statenfractie een inspiratiebijeenkomst over de opgaven waar we de komende jaren voor staan.

Herman Beerda, lid van het algemeen bestuur van waterschap Noorderzijlvest, leidde de avond, die plaatsvond in de mooie IVN-locatie De Veldhoeve in Orvelte (met dank aan Mark Tuit). Herman liet aan de hand van de extreem droge zomer en het beeld van de drooggevallen woonboten in de Rijn dat het klimaat steeds meer invloed heeft. Overheden moeten hier iets mee, maar burgers net zo goed: het is een onderwerp dat ons allemaal raakt.

En dus ook de politiek: ‘Weliswaar zijn er geen linkse of rechtse dijken, maar het gaat wel om keuzes maken. En dus ook om wat wij als PvdA daar van vinden.’

Bert Middel opende de rij van drie inleiders. De dijkgraaf van waterschap Noorderzijlvest nam ons mee in wat een waterschap doet. Een goed beheer van een schaars goed: slechts twee procent van de aarde bestaat uit zoet water, daar moeten we goed mee omgaan. Daarbij komt in het laaggelegen Nederland een belangrijke andere functie van het waterschap: de bescherming tegen de zee. ‘Zonder onze inzet zou de helft van Nederland onder water lopen.’ In Groningen geven de aardbevingen daar nog een extra urgentie aan: ‘Stel dat er door een beving een persleiding knapt, dan kan een gevaarlijke situatie ontstaan.’

Het waterschap is een functionele overheid en heeft een eigen belastingsysteem, zo legde Middel uit. Daarom is ook democratische controle nodig en vinden er verkiezingen plaats voor de bestuurders, gelijktijdig met de verkiezingen voor Provinciale Staten. De politieke discussie gaat vervolgens niet zozeer over de kerntaken van het waterschap (schoon en voldoende water en veiligheid) maar wel over bijvoorbeeld de koppeling aan natuurprojecten en waterberging. Dan moeten er keuzes gemaakt worden. Goed voorbeeld is de aanleg van het gebied De Onlanden: met 2.000 hectare het grootste waterbergingsgebied van Nederland. ‘Een gebied dat de stad Groningen droog houdt. En bij droogte kunnen we hier het peil juist verhogen.’

De tweede inleider was Marthijn Maneschijn, beleidsmedewerkers Waterschap Drents Overijsselse Delta. Hij ging met name in op de gevolgen van de klimaatverandering en hoe daar nu aan gewerkt wordt. Dat gebeurt met de drie w’s: weten wat er in een gebied speelt (de analyse), het willen (een ambitie formuleren) en het werken (hoe pakken we het aan en verankeren we het in beleid). Vanuit het Rijk is aangegeven – vanuit het Deltaprogramma –dat in 2050 de fysieke leefomgeving klimaatbestendig moet zijn. ‘Gemeenten, waterschappen, bedrijven én inwoners hebben hier allemaal een rol in, iedereen moet meedoen.’

Er zijn allerlei ingrepen mogelijk, bijvoorbeeld in de (her)inrichting van de openbare ruimte. Inmiddels manifesteren zich allerlei initiatieven uit de samenleving, zoals de Operatie Steenbreek die probeert de hoeveelheid verharding in Nederland te verminderen. Zoals in Deventer waar bewoners zelf aan de slag zijn gegaan om hun wijk aan te pakken, gesteund door het initiatief de Rode Wouw.

De derde en laatste inleiding werd verzorgd door Stefan Kuks, dijkgraaf waterschap Vechtstromen en lid van de landelijke stuurgroep ruimtelijke adaptatie. Hij gaf een overzicht van hoe we sinds 1953 in Nederland werken aan waterveiligheid en waterkwaliteit. Met de uitkomsten van Parijs 2015 (de stijging van de temperatuur op aarde) komt daar een heel nieuwe dimensie bij. ‘Er is heel veel werk te doen.’ Beelden van de gevolgen van extreme regenbuien maakten duidelijk dat de klimaatveranderingen ons allemaal raken. Daarom zal op een heel andere manier moeten worden nagedacht over waar bijvoorbeeld nieuwe woningen worden gebouwd. Maar ook hoe in bestaande wijken met waterbeheer wordt omgegaan.

In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (2017) worden daar 7 ambities voor geformuleerd. De komende tijd moeten deze in de praktijk vorm krijgen; van ingrepen op het niveau van individuele woningen (tegels uit de tuin) tot en met hoe we stedelijke en landelijke gebieden inrichten. Kuks ziet zelf veel in de aanpak op buurt- en wijkniveau: ‘Zoek daar de collectiviteit op om dit samen te gaan doen. Ga erover praten en breng de knelpunten in beeld. Om dan als gemeenschap tot oplossingen te komen.’

Statenlid Maaike Bakker sloot de interessante bijeenkomst af: dit was voorlopig de laatste inspiratiebijeenkomst van de Statenfractie van PvdA Drenthe. Het is gebleken dat dit een mooie formule is om binnen de ‘rode familie’ van Drenthe met elkaar over actuele onderwerpen te spreken en elkaar te leren kennen. Wordt vervolgd in de nieuwe statenperiode!