21 augustus 2015

Hoe werken we aan een rechtvaardiger inkomensverdeling?

Door Jan Zweens

Het gaat weer wat beter met de economie en de meeste mensen krijgen enige belastingverlichting. Moeten wij daar dankbaar voor zijn? Of laten we ons dan in de luren leggen en afschepen met een zoethoudertje? Tientallen jaren is ons voorgehouden dat we allemaal zouden delen in de toenemende welvaart. Als we tenminste genoegen zouden nemen met loonsverhogingen in heel kleine stapjes. Want anders zou de economie, de kurk waar onze welvaart op drijft, niet voldoende groeien. En wij hebben, braaf of gemelijk, dank-je-wel gezegd voor de krenterige extra centen in onze loonzakjes.

De superrijken worden steeds sneller steeds rijker

Dat klinkt misschien demagogisch maar krenterig is het geweest en is het nog als je het vergelijkt met de stormachtige groei van inkomen en vermogen van de superrijken. Sinds een aantal jaren is de economische groei vrijwel tot stilstand gekomen terwijl de groot-geldbezitters in hoog tempo nog meer kapitaal vergaren. In de afgelopen vijf jaar steeg de rijkdom van alle miljonairs in de wereld van ongeveer 30 biljoen (dertig duizend miljard) dollar tot 50 biljoen dollar. In 2016, verwacht de OESO (de rijke-landenclub), zal dat zijn opgelopen tot 64 biljoen

De welvaart wordt steeds schever verdeeld, beter gezegd: steeds onrechtvaardiger. Doordat de groot-geldbezitters zich een steeds groter deel van de welvaartskoek toe-eigenen groeit die koek minder snel. Want hoe schever de verdeling, hoe trager de economische groei; dit is uitvoerig onderzocht door Piketty en zijn conclusie wordt inmiddels onderschreven door diezelfde OESO en door de IMF. (Je hoeft trouwens maar naar de langjarige crisis te kijken om het met eigen ogen te zien en in eigen portemonnee te voelen). Er blijft daardoor nog minder over voor ons anderen.

Hoe pakt dit uit voor Nederlandse groot-geldbezitters en de Nederlandse werknemers? Frank Kalshoven heeft het in de Volkskrant van 15 augustus samengevat: De gewone burger komt er bekaaid af en de kapitaalbezitters profiteren. Van de brutowinst van bedrijven gaat gemiddeld 79.6 % naar de werknemers; de resterende 20.4 % gaat als rente en winst naar een handvol kapitaalverschaffers. En het wordt nog erger: volgend jaar gaat nog maar 77.4 % naar de werknemers.

De OESO wil er wat aan doen: een goed begin…

Dit is nog maar een deel van het verhaal. Daar bovenop speelt dat het voor superrijken heel gemakkelijk is om belasting te ontwijken. Dat heeft – beter laat dan nooit – de OESO ontdekt en die adviseert de aangesloten landen om hier meer aandacht aan te besteden. Mazen in de belastingwet dichten, betere handhaving en controle bij superrijken en bedrijven levert de schatkist, en dus ons allemaal, veel meer op dan de nu gebruikelijke strenge controle op kruimelfraude en mantelzorgboete. Als dan ook de belastingparadijzen worden aangepakt, zullen de superrijken eindelijk een stukje van hun leeuwendeel af moeten staan. Maar zal dat zoden aan de dijk zetten? Als een handvol superrijken eindelijk zijn belasting betaalt is dat voor hun een slok op een borrel maar over talloze gewone mensen verdeeld is dat maar een schijntje.

Is daar nou echt niks aan te doen? Wat wil je? De belasting veel progressiever maken? Zoals ze waren na de Tweede Wereldoorlog; toen konden we economische groei combineren met eerlijker inkomensverhoudingen. “Dan vluchten veel groot-geldbezitters naar het buitenland!” is altijd de tegenwerping. Moet het dus bij mopperen blijven of is er toch iets aan te doen? Op de langere termijn wel, volgens mij.

… maar nog pas het halve werk!

Het advies van de OESO om belastingontwijking steviger aan te pakken is nog maar het halve werk en juist in OESO-verband kan ernst worden gemaakt met een rechtvaardiger verdeling van de welvaart. De voor de hand liggende manier om geld te halen waar het is te vinden is, zoals gezegd, een veel progressiever belasting op inkomen en vermogen. Daar wordt de kapitaalvlucht naar het buitenland tegen aangevoerd. Welnu, als alle of de meeste OESO landen gezamenlijk de belasting voor het grote geld verhogen en muren opwerpen tegen kapitaalvlucht is er voor belastingvluchtelingen geen interessant buitenland meer en de weg vrij voor progressievere belasting.

Dat gaat niet van vandaag op morgen of van dit jaar op het volgende gebeuren. Maar het is wel de richting waarin we het moeten zoeken.