13 mei 2014

Na het stemmen tellen

Woensdag 19 maart luidde voor onze partij de noodklok. Voor de tweede keer op rij hebben we een zware nederlaag in de gemeenteraden te verduren gekregen. Den Uyl streefde begin tachtiger jaren naar een natuurlijke aanhang van onze partij van rond de veertig procent. De werkelijkheid in Drenthe is nu ongeveer vijftien en landelijk rond de tien procent.
(samenvatting van het essay van  Harm Brouwer meritocratie: individualisme over de top, febr. 2014)

De PvdA is traditioneel een partij van schoolmeesters en arbeiders. Maar de combinatie van arbeiders en schoolmeesters is een huwelijk in crisis (Dick Houtman Peter Achterberg* (2009)Socialisme en Democratie). Wij hebben grote moeite om onze traditioneel gespleten achterban van arbeiders en schoolmeesters bij elkaar te houden. De hoger opgeleide “schoolmeesters” zijn de laatste verkiezingen naar D66 overgelopen, wat vooral in Assen en Tynaarlo is te zien. De lager opgeleiden in de plattelandsgebieden vinden hun plek bij lokale partijen. In de andere plaatsen zoekt onze achterban het bij de SP.

DiederikSamson

Het lukt onze partij steeds minder overtuigend over te  komen bij de laagopgeleide medeburger. Net als aan het eind van de negentiende eeuw toen een grote bevolkingsgroep zich massaal slachtoffer voelde  van een  systeem waarop ze geen invloed had, zegt  nu ook 72% van de laag opgeleiden geen enkele invloed op de regering te hebben. Het waren toen , eind  negentiende eeuw,  vooral sociaal democraten die hen het perspectief op een betere toekomst gaven. Dat maakt het zo onverteerbaar dat  wij  nu juist gezien worden als oorzaak  van hun perspectiefloosheid.

De centrale vraag is of we echt willen onderzoeken waarom we deze groep blijkbaar niet meer kunnen binden en boeien. Ik heb wel een idee. In mijn filosofisch werkstuk over de uitwassen van onze meritocratische samenleving probeer ik hier een antwoord op te geven. Wij houden laagopgeleiden een toekomst voor waarin zij geen plaats meer hebben. We leggen hen eisen op waar ze niet aan kunnen voldoen. Geen wonder dat ze niets meer van ons willen weten.

In onze gelijke kansen samenleving, ook wel meritocratie genoemd, geldt alleen de persoonlijke verdienste voor de maatschappelijke positie van een persoon. Ras, afkomst en rijkdom zijn irrelevant voor wat iemand bereikt. Prachtig, als men succes alleen aan zichzelf heeft te wijten! De andere zijde is echter pijnlijker namelijk dat men falen en ellende ook alleen aan zichzelf heeft te wijten. Wij leven in een nieuwe variant van negentiende eeuws sociaal Darwinisme!

In het verdere betoog wil ik afrekenen met deze volstrekt verkeerde koers van onze partij.

Perfecte kansen 

Na de verbouwing van de verzorgingsstaat in de jaren tachtig en negentig (ziektewet, WW en WAO) heeft links gezocht naar nieuwe invulling van haar idealen. Hoofdelementen hierbinnen waren activering van mensen en kansengelijkheid. Midden negentiger jaren formuleerde Tony Blair met zijn New Labour de “derde weg”. Aanvankelijk heeft dit de al aanwezige sociaal opwaartse mobiliteit nog een nieuwe impuls gegeven. Dit gaf de sociaal democratie weer een nieuw perspectief. Met de bekering naar een “gelijke kansen maatschappij” kwam de sociaal democratie dichter bij de individualistische visie van de liberalen terecht en was er een alliantie met het neoliberalisme te maken. De liberalen kregen” het vermarkten van oorspronkelijk niet marktgeoriënteerde delen van de samenleving” en de sociaal democratie “de maatregelen ter bevordering van gelijke kansen en ondersteuning in het onderwijs”. De verhouding met de christendemocraten werd tegelijkertijd moeilijker omdat met het aanhangen van de meritocratie de sociaaldemocraten het maatschappelijke middenveld lieten verdampen.

De relaxte solidaire samenleving uit de jaren zeventig is sinds die tijd omgebouwd naar een individualistische racebaan. Vanaf de peuterspeelzaal staan de dokters, begeleiders en opvoedkundigen klaar om hun metingen te verrichten en bij te kunnen sturen. De prilste zogenaamde achterstanden in taal en algemene ontwikkeling worden meteen opgespoord. Het ongestoorde kinderspel wordt ingeruild voor testen en speciale leerprogramma’s. Daar waar je vijftig jaar terug een gezamenlijke levensfase van verwondering en collectieve ontwikkeling doormaakte op de “lagere school”, is dit nu vervangen door een individuele wedstrijd hink-stap-sprong van toets naar toets waarbij een groot deel van de medeleerlingen een individuele coach hebben om hun beperkingen te koesteren (dyslexie, autisme, ADHD, hoogbegaafdheid enz.). Toen was voor jongens de ambachtsschool de norm voor het vervolgonderwijs, nu is dat HAVO/VWO. Wat niet verschilt met heden is de grote mate van diversiteit van capaciteiten en karakters gedurende al deze schooljaren. Vijftig jaar terug werd je geplaagd als je naar de HBS ging, omdat je uit de lokale gemeenschap ging breken. Nu hoor je bij de losers als je naar het VMBO gaat en je je hiermee hoogstwaarschijnlijk levenslang buiten de moderne wereldgemeenschap hebt geplaatst. Je bent twaalf jaar en je weet dat je een grote kans hebt aan de zijlaan van de geschiedenis te komen te staan.

schoolklas

Natuurlijk zijn er herkansingen op middelbare scholen en ROC’s. Bij iedere keer dat de jongere uit de leer-racebaan vliegt zet het systeem hem/haar weer terug. Dat is ook een aspect van de meritocratie. Het hele systeem in VMBO en ROC is er op gebouwd dat iedereen het diploma moet halen. Veel jongeren willen echter niet op de racebaan omdat ze weten nooit een wedstrijd te zullen winnen. Hun spel is om het schoolsysteem het zo moeilijk mogelijk te maken.

Het moderne leven

Begin jaren zeventig kwam Bert na de MULO bij een lokale bank aan het werk als administratief medewerker. Hij begon zoals vele medewerkers onder aan de trap in de arbeidsorganisatie. Hij kon goed omgaan met zakelijke klanten, en door steeds meer ervaring hiermee werd hij gepromoveerd en later overgeplaatst naar een groter filiaal. Met meer ervaring, gerichte bijscholing en steeds betere vaardigheden werd hij topvakman bij investeringen van grote bedrijven. Om succes te hebben maakte hij zich één met het bedrijf, de medewerkers, de cultuur in het bedrijf en de denk- en belevingswereld van de klanten. Naast zijn kennis en vaardigheden had Bert inzicht en verwevenheid met de gehele omgeving van de bank.
Maar Bert kwam in nieuwe tijden terecht. De ideale medewerker in deze nieuwe tijden komt binnen met een aantal algemene vaardigheden zoals snel informatie kunnen verzamelen, snel weten welke collega je voor welk karretje kunt spannen en jezelf goed als product kunnen verkopen. De nieuwe medewerkers zijn succesvoller als ze er beter in slagen zo snel mogelijk analyses te maken van de situatie ter plekke, vergelijkbare voorbeelden elders uit het land halen en dan de oplossing met mooie staafdiagrammen en kengetallen te presenteren. Deze nieuwe wereld is die van de “consultant”.
Hij/Zij kan ook gevraagd worden om deze adviezen voor het bedrijf zelf door te voeren. Hij zal komen met een ‘evidence based’ oplossing d.w.z. dat het probleem van dit bedrijf wordt ondergebracht bij standaardoplossingen die bij een paar andere bedrijven zijn uitgeprobeerd. Er moet ten alle tijden voorkomen worden dat er verbondenheid met het personeel ontstaat. Des te briljanter de consultant des te sneller de doorlooptijd. Hij moet in ieder geval voorkomen dat hij er nog zit als de terugslag van de snelle successen, iets wat bij elk veranderingsproces plaats vindt, zichtbaar wordt. Die klus is voor de volgend consultant.
Zo was Bert vier reorganisaties verder en mocht hij in het kader van taakroulatie geen bedrijfscontacten meer doen. Bert is fel als je naar deze consultants vraagt, “ Succes door eigen verdiensten? Het zijn net meeuwen, ze komen binnenvliegen, gaan hoog boven het bedrijf hangen, schijten de zaak onder en vliegen met een beste buit weer verder!”loonNaarWerken

De keerzijde van deze aanpak is dat Bert en zijn collega’s die de interne cultuur dragen en de kern van de organisatie vormen speelbal worden van een rondtrekkend circus van leiding en adviseurs, onvoldoende waardering ervaren en hun loyaliteit met het bedrijf kwijt raken. Wat overblijft, is een keuzemenu uit onverschilligheid (ze doen maar, als ik mijn geld maar krijg), ziek uitvallen (mijn identiteit is opgelost), of ook op de bok van de consultants springen (wat hij/zij kan, kan ik ook). Bert zit al drie jaar met een Burn-out thuis en is ondertussen ook zijn Sofie en zijn huis kwijtgeraakt.

Ondertussen leven we in de wereld van de perfecte kansen met ieder aan het stuur van zijn eigen leven. Iedereen kan alles worden in deze samenleving. Iedereen kan zich onbeperkt ontplooien. Dat is de wereld zoals D66 en Peter Stuyvesant dat zien en zoals wij het graag willen hebben.

Henk en Ingrid zien die perfecte kansen niet. Zij staan te schande nu Robbie, hun jongste, nog geen drie jaar oud, al speciale achterstand lesprogramma ‘s op de peuterspeelzaal krijgt! Hoe kan het dat Ingrid’s vader na de herkeuring geen arbeidsongeschiktheidsuitkering meer krijgt? Er is niets veranderd in zijn situatie! Waar moet Henk zijn vrienden ontmoeten nu de voetbalvereniging is gestopt omdat in de kantine geen alcohol meer mag worden geschonken. Hoe kan het dat Ingrid na twintig jaar huishoudelijke hulp is ontslagen bij de thuiszorg en het schoonmaakbedrijf “ de groene bezem” dit werk heeft overgenomen? Hoe halen ze het in hun hoofd dat Betty, hun oudste dochter, geen stage mag lopen in de zorg omdat ze, vanwege dat kleine vergrijp, geen Verklaring Omtrent Gedrag kan krijgen? Henk is onzeker nu er weer honderdvijftig werknemers het distributiecentrum moeten verlaten. Waar moet hij na 24 jaar trouwe dienst heen als hij er bij is? Waar hebben ze nog heftruckchauffeurs nodig? Hoe kan het dat de vader van Henk al voor het tweede jaar op rij zijn pensioen van de metaal heeft zien dalen? Dat na 48 jaar trouwe dienst! Diefstal! Hoe onrechtvaardig is het dat neef Bert zijn huis moest opeten na zo veel tegenslag door toedoen van die graaiers van de bank? Is het een wonder dat Jeffrey, de middelste, de conrector een kopstoot heeft gegeven nu hij voor de tweede keer zou doubleren? Die man heeft gewoon een hekel aan Jeffrey. Nu zit hij zijn tijd te verdoen in de schakelklas en zijn al die jaren begeleiding vanwege zijn ADD stoornis weggegooid geld geweest.

Nee van Bert en Sofie en Henk en Ingrid hoeft het niet zo meer. Ze voelen zich uitgekotst door de moderne maatschappij en zien voor zichzelf en voor hun kinderen geen positieve toekomst weggelegd. Al hun zekerheden worden weggehaald en ze zien niets wat daar voor in de plaats kan komen. Die politici, bankiers en consultants hebben mooi praten.

Het moet anders, beter!

De sociaaldemocraten zullen opnieuw het roer om moeten gooien. Eerst hebben zij afscheid genomen van de verzorgingsmaatschappij. Dat was onbetaalbaar en bezat te weinig prikkels om te presteren. Velen noemden het ook de hangmatmaatschappij. Nu zitten we echter met die gelijke kansen meritocratie; een permanente racebaan die mooi uitpakt voor de homo competetivus intelligentus. De hardwerkende Nederlander met beperkt IQ (kennisintelligentie) en EQ (emotionele intelligentie) heeft hier niets meer te zoeken. De nieuwe scheidslijn ligt tussen de hoger- en de lager opgeleiden, waarbij de laatste beperkter toegang hebben tot vrijwel alle bronnen. Een nieuwe kaste van gestudeerden bestuurt het land. De lager opgeleiden participeren nauwelijks meer in de politieke democratische organen. De samenleving is gespleten op opleiding en levensstijl. “Dokters trouwen niet langer met verpleegsters, maar met dokters” zeggen Mark Bovens en Anchrit Wille in hun boek de Diplomademocratie. Mensen uit verschillende opleidingsmilieus komen elkaar bijna nergens meer tegen. Gezondheidsverschillen tussen hoger en lager opgeleiden zijn in alle Westerse landen de laatste jaren flink toegenomen. Lager opgeleide mannen en vrouwen in Nederland leven achttien jaar korter in goede gezondheid dan hoger opgeleiden volgens het RIVM.

diplomademocratie

De meritocratie kan niet omgaan met de diversiteit die het leven goed beschouwd zo mooi maakt. Eigenlijk passen de meritocraten meer bij het scheppingsverhaal. Als we geschapen zouden zijn was er weinig aanleiding geweest een enorme variëteit aan mensen te maken. In Darwin’s evolutietheorie is de diversiteit in de groep de kern van onze aanpassings- en dus ook ontwikkelingsmogeljkheden. Wij, sociaaldemocraten zouden die diversiteit moeten koesteren en benutten in plaats van bestrijden zoals we in de gelijke kansen racebaan doen.

Zijn er dan ook concrete beleidsaanpassingen te noemen om ieder beter tot zijn recht te laten komen? Ja , die zijn te vinden in ons rapport “ van Waarde” en in het afbreken van meritocratische misstanden.

1. Richt het onderwijs op het ontplooien van de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind en stop met de opleidingsracebaan en alles wat het onderwijs onteert zoals voorschoolse educatie, achterstandsbeleid, rugzakjes, cito – en andere testterreur en startkwalificaties. Onderwijs is er niet om normen te halen maar om kinderen te ontwikkelen naar de diversiteit in mogelijkheden en interesses die in hen zit en die ze hebben meegekregen uit hun omgeving. Stop daar het geld in dat we kunnen besparen op de eerder genoemde onzin.

2. Herontdek handenwerk en het ambachtsonderwijs. Naast hersenen en verbale vermogens heeft de mens geweldig ontwikkeld gereedschap namelijk de handen. Geen machine die zoveel fijngevoelige kennis kan opslaan en omzetten in prachtige producten. Veel mensen die minder mee kunnen komen in intellectuele – en verbale arbeid zijn in staat prachtige dingen te maken met hun handen.

3. Verplicht bedrijven een minimum percentage aan lager opgeleide mensen werk te bieden. Verplicht bedrijven en instellingen het werk naar niveau te diversificeren. Zorg dat iedereen een bijdrage kan leveren en verlang dat ook van mensen. Ieder moet in de gelegenheid gesteld worden er toe te doen. Werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen moet stap voor stap worden omgezet in het mogelijk maken van deze werkmogelijkheden (= investeren in de participatiesamenleving).

4. Schakel mensen in, in plaats van uit. Stop met legitimeren van uitvallers door hen te medicaliseren. Psychiater Dirk de Wachter beschrijft hoe een steeds groter deel van de samenleving de meritocratische race niet meer volhoudt en met indicaties van (psychische) ziekten wordt voorzien om gelegitimeerd uit te stappen. “ ik wil wel , maar ik ben ziek”. Hetzelfde geldt voor al die ouders die in de meritocratische prestatiedruk hun kinderen laten behangen met allerlei bedachte mentale afwijkingen. “ Mijn vader en de dokter zeggen dat ik een stoornis heb, omdat ik mijn moeder en de schoolmeester zo stoor”.

5. Herontdek de medemens en verleg de focus van de individualistische carriere iets meer naar wat Levinas aanduidde als ” de Kleine Goedheid ontdekken in het aangezicht van de ander.”

babies

Politiek betekent dit dat mensen weer meer voor elkaar zorgen in plaats van alle heil en zorg van overheid en professionals te verwachten. Dit houdt in meer leefplezier, meer tolerantie, en ook acceptatie van pijn en teleurstelling, minder hoge economische groei. Kortom meer kwaliteit en minder kwantiteit!

Harm Brouwer