Door op 5 april 2017

PvdA Drenthe over openbaar vervoer: meer aandacht nodig voor toegankelijkheid

In het Drents Parlement werd onlangs gesproken over de kwaliteit van het openbaar vervoer in onze provincie. Onze Statenfractie hield daarbij een krachtig pleidooi voor het thema ‘toegankelijkheid’. Willen we van Drenthe in drie jaar tijd de meest toegankelijke provincie van Nederland maken, dan moet ook het openbaar vervoer inspelen op de wensen van mensen met een beperking. Daar is nog een slag in te winnen.

In de Commissie OGB werden twee stukken besproken over het openbaar vervoer in Drenthe; de Werkgroep Toegankelijkheid van de PvdA Drenthe las deze stukken samen met de Statenfractie – een prima samenwerking.

Het eerste stuk waar de commissie zich over boog was de Kadernota 2018 van het OV-Bureau Groningen-Drenthe. Het OV-Bureau stelt binnenkort de begroting voor 2018 op en het Drents Parlement kon aangeven wat zij daarbij belangrijk vindt. Het OV-bureau stelt voor om 2,5 miljoen euro te reserveren voor ‘voorwaardenscheppende kwaliteitsmaatregelen’, die ‘nog nader zijn uit te werken’. Verderop in de nota, zo constateerde ons Statenfractielid Hendrikus Loof, wordt echter al aangegeven hoe dit geld zal worden besteed. Namelijk aan overstappunten (‘hubs’), stallings- en chauffeursvoorzieningen. Op zich goede punten, maar wat de PvdA opvalt en waar ook aandacht voor zou moeten zijn, als kwaliteitsmaatregel, is toegankelijkheid en veiligheid. Hendrikus Loof: ‘Het eerste vanwege de motie die Provinciale Staten vorig jaar juli heeft aangenomen over toegankelijkheid en het tweede vanwege, laat ik zeggen, gevoelens in de samenleving.’

Het tweede stuk betrof de ‘Ontwerpnota uitgangspunten aanbesteding openbaar busvervoer’. In deze nota worden de eisen benoemd waar het busvervoer in Drenthe in de periode 2020-2029 moet voldoen. Onze fractie is in grote lijnen positief, met volgens de PvdA een cruciale zin op pagina 20 van de nota: ‘Het is essentieel is dat een vervoerder het openbaar vervoer in alle facetten benadert als dienstverlening en niet als het rijden van bussen.’ Juist daarom is het verbazingwekkend dat ook in deze nota geen enkel woord staat over de opdracht die bij motie vorig jaar is vastgelegd om toegankelijkheid als normaal en ontoegankelijkheid als uitzondering te beschouwen. ‘Dat vinden wij toch zeker een gemis’, aldus Hendrikus Loof.

In een reactie gaf het College van Gedeputeerde Staten aan dat de opmerkingen van de PvdA worden meegenomen in de zienswijzen die de provincie zal indienen voor beide stukken. Dat geldt dus ook voor het onderwerp toegankelijkheid.