Toegankelijkheid van goede zorg: een gezamenlijke verantwoordelijkheid!

22 mei 2018

De afgelopen week was de voorgenomen sluiting van de afdelingen verloskunde en kindergeneeskunde in Hoogeveen en Stadskanaal uitgebreid in het nieuws. De Treant Zorggroep wil deze zorg vanwege een gebrek aan kinderartsen centraliseren in Emmen. Sluiting van deze afdelingen in Hoogeveen en Stadskanaal zet de toegankelijkheid van goede acute zorg voor onze kinderen in de regio op het spel. Dat heeft te doen met bereikbaarheid en daarmee de veiligheid van moeders, hun pasgeboren baby’s en jonge kinderen. Volgens Rudolf Bosch moeten in deze discussie niet de normen voor bijvoorbeeld de aanrijtijden van ambulances voorop staan. Op de eerste plaats staat wat hem betreft de kwetsbaarheid van een jong mensenleven en het op tijd kunnen bieden van acute geboortezorg.

In veel gevallen komt het er bij complicaties bij een geboorte op aan om zo snel mogelijk een gespecialiseerde ingreep toe te kunnen passen, zoals bijvoorbeeld een spoedkeizersnede. Het laatste wat we volgens mij moeten willen is een toename van het aantal ‘bermbaby’s’. Of onveilige verkeerssituaties door het snel willen bereiken van een ziekenhuis. Of misschien zelfs trauma’s en psychische problemen door het verlies van (jonge) mensenlevens. Zorgverzekeraars kijken vanuit hun commerciële belangen allereerst naar het beheersen van de kosten. Maar sluiting en concentratie van afdelingen verloskunde en kindergeneeskunde kan ook tot hogere (afgeleide) zorgkosten leiden. Om van het onherstelbare, niet in geld uit te drukken menselijke leed maar te zwijgen.

In 2013 werd de afdeling verloskunde in Meppel gesloten. Toen werd de inwoners van Zuidwest-Drenthe verzekerd dat toegankelijke geboortezorg gegarandeerd bleef doordat men in Hoogeveen of Zwolle terecht kon. De druk op de afdeling verloskunde is in Zwolle inmiddels zodanig toegenomen dat die af en toe al te vol is om nog nieuwe bevallingen te kunnen begeleiden. Door Hoogeveen nu uit de ‘keten’ te halen worden aanrijtijden vanuit Zuidwest-Drenthe voor acute geboortezorg aanzienlijk opgerekt. Een onverantwoorde keuze wat mij betreft. Het toont enerzijds hoe fragiel het zorglandschap in dunnerbevolkte gebieden is. Anderzijds laat het zien dat eenzijdige besluiten van een individuele zorginstelling verstrekkende gevolgen kunnen hebben. Besluiten die allereerst zijn ingegeven door interne afwegingen van bedrijfsmatige aard. Maar ook besluiten die leiden tot een slechtere spreiding van goede, toegankelijke zorg in de regio.

Goede, toegankelijke zorg is enorm belangrijk. Veiligheid, bereikbaarheid en kwaliteit van zorg voor alle inwoners moeten voorop staan en niet de schaalvergroting op financieel-economische of organisatorische (efficiency) gronden. Want leg het je inwoners maar uit waarom we dit al decennialang wel konden organiseren en anno 2018 niet meer? Dan zit ons systeem op een of andere manier niet goed in elkaar. Dat er nu te weinig kinderartsen beschikbaar zijn geeft aan dat er dingen fout zijn gegaan: zowel aan de opleidingskant als ook aan de kant van de interne bedrijfsvoering, personeelsbeleid en de aantrekkelijkheid van een instelling om daar als arts aan de slag te gaan. Dat erkennen is geen schande; we kunnen samen de schouders eronder zetten om dit tij te keren. Bovendien ligt de bal niet alleen bij Treant: dat zij een keuze maken op basis van een voldongen feit is duidelijk. Vraag is of die keuze verantwoord is in het licht van toegankelijke zorg in de regio. De betrokken partijen hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om alsnog tot oplossingen te komen. Daarbij passen geen kortetermijnoplossingen maar wordt juist visie gevraagd.

Wat mij betreft moeten alle betrokken partijen (zorginstellingen, verzekeraars, opleidingsinstituten en de politiek) opnieuw met elkaar om de tafel. Daar moet nagedacht worden over hoe we goede, toegankelijke zorg voor alle inwoners in Noord-Nederland kunnen organiseren, nu en in de toekomst. Laten we dus ook vooral kijken naar gezamenlijke oplossingen. Niet alleen voor de regio Hoogeveen en Meppel maar ook voor het Veenkoloniaal gebied in Oost-Drenthe en het regelen van goede zorg rondom Emmen. We moeten een gezamenlijk plan maken. Dat kan alleen als we oog hebben voor de samenhang van factoren die een rol spelen in een goed zorglandschap in Drenthe. In dit gesprek moeten alle partijen, inclusief de zorgverzekeraars, zich buigen over de specifieke zorgvragen in de dunner bevolkte gebieden van Nederland en de problemen die de organisatie ervan opwerpen. Zorgvoorzieningen in de Randstad zijn wezenlijk anders dan in het Randland. De organisatie en de financiering van de zorg in dunnerbevolkte gebieden vragen dus ook om andere aanpak en oplossingen, om zodoende de zorg te laten aansluiten op de sociaal-maatschappelijke realiteit. Ik denk dat Suzanne Kruizinga gelijk heeft door te stellen dat de steeds hogere kwaliteitseisen die gesteld worden aan ziekenhuizen de zorg in kleinere ziekenhuizen in de regio de das om doen.

Afgelopen week uitten bezorgde verloskundigen uit de regio via een brandbrief hun zorgen over de voorgenomen sluiting van de afdeling verloskunde. De inwoners van Hoogeveen en Stadskanaal lieten hun stem horen en ook dat is een goede zaak. Die geluiden mogen we niet buitenspel zetten! Ik wil graag in gesprek blijven gaan met betrokkenen en partijen. Maar laten die partijen vooral ook aan de provinciale zorgtafel in gesprek gaan: met elkaar, met de zorgverzekeraars, de provinciale en landelijke politiek en met de minister. Om zo tot een duurzame oplossing te komen voor goede en toegankelijke zorg voor iedereen.

 

Rudolf Bosch
Statenlid PvdA Drenthe

 

[beeld: Pixabay]

Waar ben je naar op zoek?