Twee rode vrouwen blikken terug en vooruit: Roelie Goettsch en Maaike Bakker

1 juni 2019

Ze maakten beide acht jaar vol in Provinciale Staten en namen onlangs afscheid van de Drentse politiek. Fractievoorzitter Roelie Goettsch en Statenlid Maaike Bakker: twee bevlogen PvdA-vrouwen. Een mooi moment, nu de drukte wat is verminderd, om terug te kijken op hun tijd in en om het Drents Parlement.

Jullie werden beiden verkozen bij de provinciale statenverkiezingen van 2011. Hoe kijken jullie daar nu op terug?

Roelie: ‘Dat begin was best bijzonder. Met vijf nieuwelingen in een fractie van 12, waaronder vier nieuwe vrouwen – naast ons Trijntje Hummel en Reyhan Horassan. We zijn goed opgevangen en moesten uiteraard onze plek vinden. Zo gaat dat elke keer wanneer er verkiezingen zijn geweest; er moet een nieuw evenwicht worden gevonden. Ook in de fractie. Daarbij hadden wij wel het voordeel dat we al de nodige politieke ervaring hadden vanuit de gemeenteraad. Dat helpt echt.’

Maaike: ‘De campagne was leuk, veel op pad met de bus die PvdA Drenthe toen nog had. Het welkom was hartelijk maar ik moet zeggen dat ik wel vanaf het begin op de punt van mijn stoel zat. In de zin van: het moet duidelijk zijn dat ik er ben, ik wil gehoord worden.’

Roelie: ‘Dat lukte behoorlijk. Ik weet nog dat ik in mijn eerste Statenvergadering direct een motie indiende, over het bestuursakkoord. Direct ook mijn maiden speechgehouden. Dat raad ik nieuwe Statenleden ook aan om te doen: neem gelijk je positie in. Pak je woordvoerderschappen, spreek je uit in de staten en daarbuiten, voel hoe dat is. Wees jezelf en blijf authentiek.’

Maaike: ‘Wees daarbij niet bang om fouten te maken. Ik heb dat opgestoken in de Wibaut-leergang die ik gevolgd heb: fouten maken mag!’

 

Over welke eigenschappen moet je nog meer beschikken om dit werk leuk te vinden?

Maaike: ‘Mensen vragen me vaak: vind je dat nou leuk, al dat ruzie maken? Maar dat valt reuze mee: het is echt wel samenwerken voor een beter Drenthe. Maar een beetje “ego” heb je wel nodig, om op te staan voor je ideeën. En daarnaast is het veel teamwork: in de fractie, in de coalitie, met andere partijen. De kunst is om dat goed te combineren.’

Roelie: ‘De fractie moet vooral de plek zijn waar je je ervaringen kunt delen, in een veilige omgeving. Dat heb ik de afgelopen vier jaar als fractievoorzitter echt benadrukt. Zodat mensen van daaruit de arena weer kunnen betreden.’

Maaike: ‘Het is ook leuk om met mensen buiten de staten in contact te treden, een ervaring die ik ook al kende vanuit mijn raadswerk in Westerveld. Ik had bijvoorbeeld veel overleg met Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, heel interessant. Maar het is ook essentieel om scherp te blijven op je eigen rol: je bent geen beroepspoliticus, maar een volksvertegenwoordiger. Blijf fris tegen de materie aankijken. In onze tweede periode hebben we er als fractie ook bewust veel werk van gemaakt om “naar buiten” te gaan, met werkbezoeken en inspiratiebijeenkomsten. Als Statenlid maak je uiteindelijk je eigen afweging maar het is wel goed om daar met veel mensen over te praten.’

Roelie: ‘Statenbreed zie je een vergelijkbare ontwikkeling met initiatieven als “Drenthe in Debat”. Meer naar buiten treden!’

 

Is het lastig om overeind te blijven in het krachtenveld dat de politiek nu eenmaal ook is?

Roelie: ‘Hoewel de onderwerpen in de staten vaak wat abstracter zijn, is de persgevoeligheid bijvoorbeeld wel groter. Je ervaart dat er meer aan je getrokken wordt. En soms moet je ook dingen doen die buiten je eigen grenzen liggen. Die dossiers zijn er ook. Je zit nu eenmaal met elkaar in een bepaalde politieke boot.’

Maaike: ‘Het FOC (Factory Outlet Centre) bij Assen vind ik een goed voorbeeld. Ik ben zelf niet zo’n shop-consument maar de kansen voor de werkgelegenheid waren wel goed, met name voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In zo’n dossier kun je dan echt worstelen met jezelf.

Roelie: ‘Maar op dit soort dossiers voel ik ook nadrukkelijk dat ik PvdA’er ben, omdat we ook echt naar het sociale kijken – naast bijvoorbeeld de ruimtelijke aspecten. Daar heeft onze partij meerwaarde. Wij kijken breed tegen de zaken aan.’

Dan de balans met ander werk en een privéleven, hoe hebben jullie dat ervaren?

Roelie: ‘Kan ik kort over zijn, die is er dus niet. In totaal ben je meer dan fulltime bezig. Je moet op meerdere fronten volle bak draaien.’

Maaike: ‘Wat je doet, wil je goed doen. Dan ben je in de politiek nooit klaar. Het is nooit echt af. De 20 uur per week die er gemiddeld voor staat heb ik er echt wel ingestoken.’

Roelie: ‘Je doet het erbij en ondertussen blijf je ook in de maatschappij. Dat is ook zeker een voordeel. Maar het zou wel beter gefaciliteerd mogen worden, ook financieel. Dat zou ook de deelname van jongeren en vrouwen aan de provinciale politiek kunnen versterken. Die diversiteit is echt hard nodig en ontbreekt nog steeds. En zolang blijft ook de discussie gemankeerd, omdat de staten geen afspiegeling zijn van de Drentse samenleving.’

Maaike: ‘We moeten dat debat, dat we ook binnen “Vrouwen Kiezen” de afgelopen jaren hebben aangewakkerd, blijven voeren. En laten we daar ook ons scoutingsbeleid op inzetten. Het is bijvoorbeeld prima dat er nu ook ondernemers in de Drentse PvdA-fractie zitten.’

 

Tot slot: hoe ervaren jullie nu het statenloze bestaan?

Roelie: ‘Als politicus sta je 24/7 “aan” en de knop om dat uit te zetten, heb ik nog niet gevonden. Dat moet tijd hebben. Het doet echt een aanslag op je lijf en geest, dit werk: hoe je eet, slaapt. Alle sociale media eromheen. Ik vond acht jaar een mooie tijd; goed om anderen nu de ruimte te geven. Ik kijk er voldaan op terug; je leert ontzettend veel. En ik vond de informatieopdracht heel leuk om te doen; mooi om het zo af te kunnen sluiten.’

Maaike: ‘Van mijn eigen bedrijf wist ik al hoe het was om altijd bezig te zijn. Ik merk dat ik nu op zondag nog wat als een gekooide tijger rondloop: moet ik niet wat doen? Die uitknop moet ik inderdaad ook nog vinden. Ik kan nu gewoon een boek lezen! Ook voor mij was het een boeiende tijd, met bijzondere mensen die ik heb ontmoet en bijzondere verhalen die ik heb gehoord. Dat had ik niet willen missen.’

Waar ben je naar op zoek?