Door op 29 september 2017

Michel Berends is terug in het Drents Parlement

Michel Berends als de Heintje Davids van het Drents Parlement? Hij kan er zelf smakelijk om lachen. Na eerdere periodes in de staten (2007-2011 en 2014-2015) is de geboren Zwollenaar nu opnieuw terug, na het vertrek van Ronald Koch. Tijd voor een hernieuwde kennismaking dus met dit bevlogen Statenlid, die onder meer onderwijs zeer na aan het hart heeft liggen.

Vanaf 2015 was je als ‘bijzonder commissielid’ nauw met de huidige fractie verbonden, maar nu ben je helemaal terug als Statenlid. Hoe ervaar je dat?

‘De installatie door Commissaris van de Koning Jozias van Aartsen vond ik een bijzonder moment. Hij las de verklaring zelf voor, dat gaf het geheel nog eens extra cachet. Het voelt als een warm bad, om weer terug te zijn. Het klopt dat ik de afgelopen twee-en-een-half jaar al nauw bij de fractie betrokken ben geweest; ik denk dat ik van de weinigen ben geweest die er als eerste opvolger zo dicht tegenaan heeft gezeten. Daarbij heb ik net als Statenleden Johan Baltes en Ko Vester het voordeel dat ik de periode 2007-2011 heb meegemaakt en daarmee een aantal dossiers goed kan overzien. Een stuk collectief geheugen zullen we maar zeggen. Dat kan altijd van pas komen.’

Wat zijn de grote verschillen met die eerste periode in Provinciale Staten?

‘We hadden toen een veel grotere fractie, met drie gedeputeerden bovendien. De PvdA was de belangrijkste machtsfactor. Inmiddels hebben we een meer bescheiden rol en zoeken we meer de samenwerking, meer op basis van gelijkwaardigheid. Ik denk dat dat voor de kwaliteit van het debat helemaal geen kwaad kan.’

Daarvoor ben je als raadslid en wethouder in Assen actief geweest. Wat is de charme van het statenwerk ten opzichte van het lokale?

‘Inhoudelijk zijn er natuurlijke grote verschillen. Zo heeft de provincie een bescheiden sociaal beleid, terwijl de gemeente op dat punt veel belangrijker is geworden. Daarentegen doet de provincie veel meer aan bijvoorbeeld natuurontwikkeling en landschap. Voor een stadse jongen zoals ik is dat zeer interessant; bij de provincie ben ik daar voor het eerst echt mee in aanraking gekomen. Daarbij is het provinciewerk van nature abstracter dan op gemeentelijke niveau.’

Je hebt onder meer onderwijs in de portefeuille. Voor een afgestudeerd pedagoog zal dat weinig geheimen hebben.

‘Het is inderdaad een voordeel om die materie inhoudelijk al te beheersen. Dan kun je er ook gemakkelijker wat boven staan. Ik heb binnen dit veld laaggeletterdheid als een belangrijk speerpunt geformuleerd; dat thema moeten we als partij echt naar ons toe blijven trekken. Er zijn nog veel te veel mensen in Drenthe die niet kunnen lezen en schrijven. Dat is onacceptabel. We leven in een complexe samenleving, beheersing van de taal is echt een eerste voorwaarde om volwaardig mee te kunnen doen. Zoals de Chinezen zeggen: “Je kunt mensen beter een hengel geven dan een losse vis.” Ik help daar zelf ook actief aan mee door het afronden van de cursus Taalvrijwilliger.’