Nota grondbeleid en Investeringskrediet grondbezit Landelijk Gebied

17 april 2024

In de Statenvergadering van 3 april kwamen 2 nota’s aan de orde: Nota grondbeleid en Investeringskrediet grondbezit Landelijk Gebied. Voor beide nota’s was Rudolf Bosch namens de PvdA Statenfractie woordvoerder.

Belangrijke onderwerpen gezien de grote en complexe ruimtelijke opgaven waar we in de aankomende jaren met elkaar aan moeten werken.

De PvdA-fractie onderschrijft het belang van een actief grondbeleid door de provincie: deze nota biedt het kader voor de regierol die de provincie ons inziens dient te nemen in het realiseren van ruimtelijke opgaven. Of het nu gaat om het realiseren van natuur, het versterken van de landbouwstructuur door het faciliteren van grondruiling of de aanleg van provinciale infrastructuur: de beschikbaarheid van grond vormt een eerste en tevens onmisbare factor. Deze opgaven moeten in hun ruimtelijke samenhang kunnen worden gerealiseerd.

Tenslotte kan de PvdA-fractie constateren dat het vaststellen van deze nota slechts het begin is voor de aanpak van de Drentse ruimte. Het biedt kaders en instrumenten, maar de inhoud wordt in programma’s uitgewerkt.

Bij het Investeringskrediet Grondbezit Landelijk Gebied doet het College het voorstel van om dit, op grond van de eerste uitwerking van het coalitieakkoord, te verhogen van 140 naar 210 miljoen euro.

In de vorige Statenperiode heeft de PvdA fractie zich positief kritisch opgesteld over een al te frequente ophoging van dit investeringskrediet. Maar de fractie ziet nu wel degelijk de noodzaak om deze investeringsruimte te verhogen. Het plafond van het huidige krediet is namelijk, zo bleek tijdens een informatiesessie, al bijna bereikt, maar het inpassen van de ruimtelijke opgaven in het landelijke gebied komen pas net op stoom.
De PvdA gaat dan ook akkoord met het voorstel.

Wij zijn van mening dat ons provinciebestuur voldoende financiële bewegingsruimte moet hebben om natuurgrond aan te kopen en voldoende voorraad ruilgronden in portefeuille te hebben om agrarisch ondernemers te faciliteren in kavelruil, vrijwillige bedrijfsverplaatsing of bedrijfsbeëindiging. Daarmee scheppen we niet alleen zekerheid, maar ook leefbaarheid in het landelijke gebied.