Door op 10 april 2014

Paternalisme vs. Populisme: 0-1

De PvdA heeft helaas flink verloren bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen. Veel goede raadsleden hebben geen plek gekregen in de nieuwe raden. Dat is ontzettend jammer. Daarnaast speelt het risico dat we ook goede bestuurders kwijt raken als we niet terugkomen in de colleges.

De partij wordt verweten teveel uit te leggen en niet te staan voor haar idealen. ‘De kiezer is niet dom’ is een veel gehoorde kreet. Natuurlijk kent de PvdA een sterk verbeteringsideaal. Vanuit die idealen werken we. Niet alleen nu, maar al lange tijd. De maatschappij is echter steeds meer aan het veranderen. Tegenwoordig wil iedereen zijn of haar eigen regie nemen. Men weet wat goed voor hem of haar is en wil niet dat een politieke partij voorschrijft wat goed of verkeerd zou zijn. Op het moment dat een politieke partij dan met een afwijkend standpunt komt, is het stempel arrogant al gauw geplaatst.

Paternalisme scoort niet meer, alleen roepen wat de burger wil juist wel. De vraag is of dat toekomst heeft. In hoeverre is het realiseerbaar? Is de politiek beter in staat om afwegingen te maken dan dat de individuele burger dat kan? Van de burger mag worden verwacht dat die voor zichzelf een afweging maakt, terwijl de politiek in breder verband een afweging moet maken. Zeker bij de hoofdpijndossiers zie je de verschillen ontstaan waarbij de kloof tussen politiek en burger steeds groter wordt. ‘Waarom word ik niet gehoord?’ ‘Waarom luisteren ze niet?’ Het zijn veel gehoorde kreten, waarbij er veel onvrede ontstaat.

Hoe nu verder?

Hoe kun je daar een antwoord op formuleren? Ik denk dat het ‘weten wat goed voor iemand is’ toch meer losgelaten moet worden. Het zal nog veel meer met de burger samen moeten gebeuren. Diezelfde burger heeft tegenwoordig ook toegang tot dezelfde informatievoorziening. Veel burgers verdiepen zich in dat onderwerp wat ze belangrijk vinden. Actiegroepen zie je op allerlei onderwerpen ontstaan. Vaak zijn ze constructief bezig en weten ze ook veel informatie boven water te krijgen, maar ook de juiste vragen te stellen. Met die informatie en vragen zal de PvdA aan de slag moeten.

Aan de andere kant zie ik ook een groep waarvoor de wereld te groot aan het worden is. Oude bekende structuren verdwijnen. Brussel is te ver van het bed, nieuwe technologie wisselt elkaar in razend tempo af en zo verandert er meer. Dat maakt mensen onzeker. De roep naar het bekende is dan een logische. Ik zie daarin ook een deel van het succes van de lokale partijen. Dichtbij huis met bekende gezichten. Daar zullen de lokale PvdA-afdelingen ook aan moeten werken. De gekozen raadsleden zullen echte gezichten van de partij moeten worden. Wanneer een voorstel wordt gepresenteerd dat niet doen als ‘de PvdA vindt’, maar gaan voor ‘raadslid De Vries van de PvdA vindt’. Werken aan zichtbaarheid van de individuele PvdA’ers. Dat zorgt voor herkenning. Aan iedere PvdA’er zal duidelijk het label PvdA moeten hangen. Bij wat je doet, wat je zegt en wie je bent. Anoniem werken is niet geschikt in deze tijd.