Afscheid van Cees Bijl: bestuurder met een missie

31 oktober 2021

Op 1 december 2021 gaat Cees Bijl met pensioen. En heerlijk van zijn welverdiende rust genieten. Het eerste klopt wel, het tweede moet hij enigszins nuanceren. Zo werd deze week bekend dat Cees waarnemend burgemeester wordt in Midden-Drenthe. Niettemin: het voornemen is er nog steeds om de agenda wat minder leidend te laten zijn in leven. En de variatie in de agenda te vergroten. Een terugblik op zijn indrukwekkende carrière die begon in het West-Friese Enkhuizen.

Onze eerste vraag voor dit gesprek zou zijn: wat ga je nu doen? Lekker tuinieren? Lukt dat nog met de benoeming in Midden-Drenthe?

‘Ik heb goede hoop van wel. Ik heb net ook nog even de vijver schoongemaakt, de blaadjes er weer uit. De tuin is voor mij rustgevend, sportschool en geestelijke ontlading gecombineerd. We zullen zien hoe het gaat. 24 november neem ik afscheid, 10 november doe ik nog de begrotingsbehandeling in Provinciale Staten. Daarna wordt het snel rustiger, ik kan dan toch geen zaken meer opstarten en een vervolg geven. Het is dan aan mijn opvolger. 1 december begin ik dan in Midden-Drenthe. Waar ik ga doen wat nodig is en gevraagd wordt. De burgemeester heeft natuurlijk een aantal eigen wettelijke taken maar verder wil ik vooral de wethouders de dingen laten doen waar zij goed in zijn.’

Hoe kwam deze nieuwe uitdaging op je pad?

‘Ik zag hem zelf niet echt aankomen. Ik had hier en daar wat koffiegesprekken met mensen en oriënteerde op wat Raden van Toezicht, dergelijke functies. Toen deze vraag van de Commissaris van de Koning kwam, heb ik een aantal daarvan even stopgezet. De toekomst zal het allemaal wel duidelijker maken wat ik ga doen, ik ben nu vooral blij dat ik minder uren ga maken en dat er meer variatie in mijn agenda komt. Van 60 uur per week naar 40, dat lijkt me al een hele vooruitgang. Ik heb bij de provincie veel beleidsambtenaren die voor me werken, 30 zijn er continu voor mij bezig. Ze zijn de hele week met hun projecten en onderwerpen bezig en dan moet ik die denkkracht vaak in korte tijd verwerken. Dat maakt het werk intensief. Voeg daar mijn werk voor het Interprovinciaal Overleg en de cultuuractiviteiten ’s avonds en in het weekend aan toe en de agenda zit goed vol.’

Terug in de tijd dan: waar, wanneer en hoe begon jouw bestuurlijke carrière?

‘5 september 1978, geïnstalleerd als raadslid voor de PvdA in Enkhuizen. En vier jaar later wethouder geworden. Daar begon dus mijn politiek-bestuurlijke werk. Ik zou de veertig jaar in Midden-Drenthe kunnen volmaken als ik daar in september 2022 nog ben – we gaan het zien. Belangrijkste is ook dat de gezondheid goed blijft, daar gaat het echt om. Maar terugkijkend op die veertig jaar: ik ben erg gelukkig dat ik van mijn hobby mijn werk heb mogen maken en dat ik daar aardig voor werd betaald. Ik heb veel mogen doen en ook steeds zelf mijn volgende stap mogen bepalen. Dat is je in de politiek ook zeker niet altijd gegeven. Ik stond steeds aan de goede kant van de streep.

De tijd als bestuurder was direct mooi, heb daar verschillende projecten mogen realiseren. Bijvoorbeeld de Enkhuizer Banketfabriek een nieuwe plek gegeven, buiten het centrum – als scholier HBS heb ik daar nog talloze Jodenkoeken staan inpakken. Ook heb ik als wethouder Sociale Zaken een banenplan ontwikkeld om werkloze jonge inwoners aan het werk te helpen. Ze kregen van ons een baan van 20 uur per week en volgden daarnaast onderwijs. Zo konden we er een flink aantal relatief snel door laten stromen naar een reguliere baan. Voor 1982 was dat echt een nieuw idee. Ik ging dan allerlei bedrijven in en om Enkhuizen af om te vragen of ze mee wilden doen. Die aanpak was behoorlijk succesvol en hielp mensen echt verder in het leven; het Rijk heeft het later overgenomen.’

Welke onderwerpen vond je destijds belangrijk als bestuurder voor de PvdA?

‘Ik zette voor de verkiezingen van 1982 op de drie W’s: wonen, werken en welzijn. Daar wonnen we de verkiezingen mee, geheel tegen de landelijke trend in. Ik heb in die tijd veel aan woningbouw gedaan. Na twee periodes was ik toe aan een nieuwe uitdaging, het burgemeesterschap trok me wel aan. Na sollicitaties in Akersloot en Westerbork werd ik in 1990 gebeld: in Leeuwarderadeel en een andere plaats waren functies vacant. Ik bij Ien Dales op bezoek met de vraag of ik mocht kiezen, dat was niet het geval. Het werd Friesland. Het gebied rond Stiens, Bartlehiem en het vliegveld Leeuwarden. Een mooie tijd. Met onder meer de laatste Elfstedentocht toen ik daar burgemeester was. Ik weet nog dat we “transplantatie-ijs” uit andere vaarten weghaalden om daarmee de route te versterken. Het ging ons niet gebeuren dat op ons deel er mensen door het ijs zouden zakken. Maar het werk was ook interessant, ik had als burgemeester veel portefeuilles. Onder meer de nodige bedrijven naar Stiens gehaald. Als ik hoorde dat een bedrijf een nieuwe plek zocht, stapte ik daar zelf op af.’

Daarna volgden de gemeenten Meppel en Emmen.

‘Met weer nieuwe vraagstukken. In Meppel had ik Financiën en daarmee het grondbedrijf onder mij, in die tijd hebben we veel gronden van boeren gekocht voordat projectontwikkelaars daar hun slag konden slaan. Aan de ene kant van de stad had de markt al volop gronden gekocht en daarmee de boel op slot gegooid. Toen heb ik gezegd: laten we aan de andere kant, richting Nijeveen, beginnen. We zijn heel snel als gemeente in actie gekomen. Het was gedurfd: 200 hectare aangekocht. Met instemming van de fractievoorzitters durfde ik dat wel aan. En nog steeds bouwt Meppel op de gronden die we toen hebben verworven. Na ruim 3 jaar Meppel – waar we in 1998 landelijk in het nieuws kwamen met de wateroverlast – volgden 15 jaar Emmen. Ik had gedacht: ik maak mijn derde periode daar af en ga met 64 met vroegpensioen.’

En toen werd je gevraagd als gedeputeerde.

‘Ik had in Emmen het centrum en de verplaatsing van de dierentuin afgerond en toen kwam het verzoek of ik gedeputeerde wilde worden. Het was een logisch moment voor de overstap. Het was wel weer wennen, helemaal terug op de inhoud. Als burgemeester ben je toch meer met het proces bezig en actief als verbinder. Ik heb het met veel plezier gedaan, de afgelopen 5,5 jaar. Mooie resultaten geboekt: de Koloniën van Weldadigheid, maar ook de deal met het Kabinet over de spoorverbinding naar Duitsland. In Emmen hadden we de verbinding via de A37 en over het water al hersteld, nu nog het spoor erbij. De bibliotheken hebben we veel steun gegeven en dat geldt ook voor de fietspaden en de cultuur. De Cultuurnota werd unaniem aangenomen, wat was bijzonder. Daarnaast waren er uiteraard ook ingewikkelde dossiers. Ik trad net aan en toen kwam er bij de WMD een heel kerkhof uit de kast. Daar kon ik direct mee aan de slag. Laatste wapenfeit: we hebben de provinciale opcenten van de motorrijtuigenbelasting niet verhoogd! Onze koppositie als provincie met de hoogste tarieven hebben we overgedaan aan Groningen.’

Een mooi resultaat was natuurlijk ook de verkiezingswinst in 2019.

‘Dat stond ook nog op het lijstje: in Drenthe weer de grootste worden. Dat is gelukt, ook weer in gezamenlijkheid met veel anderen. We mochten 50 mensen op de lijst zetten en dat heb ik sterk aangemoedigd: al die mensen halen stemmen binnen. Alles helpt.’

Heb je nog een tip voor andere bestuurders? Wat is jouw geheim?

‘Ik heb zelf altijd veel geïnvesteerd in de verhoudingen met collega’s. We zijn in Nederland een coalitieland. Al in Enkhuizen sprak ik met iedereen, van CPN tot en met SGP. Ik kon met iedereen overweg. Anders kom je ook niet verder. In Provinciale Staten heb ik ook regelmatig de woordvoerders bijgepraat over ontwikkelingen. Je moet mensen meenemen en zeker niet verrassen. Wat ik me wel zou wensen: dat we in Nederland wat sneller projecten erdoor kunnen krijgen. Neem maximaal een half jaar tijd en zeg dan met elkaar: gaan of niet gaan! Dan is het duidelijk. We zijn in Nederland nu wel erg vergunningsgestuurd. Dat zie ik ook bij bestuurders: toon meer lef. Af en toe moet je wat durven. In Enkhuizen startten we ook weleens een woningbouwplan zonder dat alle vergunningen binnen waren. Dan zeiden we: we kunnen die heipalen ook verticaal prima even opslaan. Die durf, dat mis ik weleens in de huidige tijd. Je moet zelf als overheid het goede voorbeeld geven.’

En een tip voor de PvdA?

‘Ik blijf een man van wonen, werken en goede voorzieningen. Er is nog steeds veel ongelijkheid in dit land. Het gaat er steeds om: wie betaalt de rekening? We zien het nu bij de energietransitie: we moeten voorkomen dat mensen met een laag inkomen daar de dupe van worden.’

Tot slot: blijven jullie in Emmen?

‘Dat zijn we wel van plan. We voelen ons hier thuis. Ik pas hier goed: ik ben zelf wat optimistischer dan de gemiddelde Drent en niet zo van het “ja maar”. Daar kom ik hier goed mee weg.’