Digitale geletterdheid is mooi, bestrijden gewone laaggeletterdheid is beter

21 februari 2022

Het DvhN van 24 januari kopte: ‘de digitalisering dendert maar door’. Op zich klopt dat natuurlijk en Robin van den Berg, initiatiefnemer van de Digitale Academie Noord-Nederland houdt terecht een warm pleidooi om de digitale vaardigheden te vergroten van de Noorderlingen. Digitale laaggeletterdheid gaat immers door alle leeftijden en opleidingen heen, het lectoraat Digitale Transformatie van de Hanzehogeschool gaat er onderzoek naar doen. Er komt een campagne voor, prachtig, omdat het alles met de toenemende mate van sociale ongelijkheid heeft te maken. In het Noorden gaat het om enkele honderdduizenden mensen, waarbij er uiteraard overlap bestaat met het bestrijden van de gewone laaggeletterdheid, d.w.z. mensen die slecht lezen en schrijven en het niveau van eind basisschool bij lange na niet halen. Het bestrijden van die gewone laaggeletterdheid gaat dus vaak vooraf aan het bestrijden van de digitale laaggeletterdheid. Het beste is dat beide invalshoeken de handen in een slaan ook in Drenthe. Er is sprake van maar liefst rond de 50.000 laaggeletterden op een bevolking van in totaal krap een half miljoen inwoners in Drenthe. In Groningen en Friesland is het niet veel anders.

De SER bracht in april 2019 een rapport uit “Samen werken aan taal”, een degelijk advies over laaggeletterdheid. Een top tien van beroepen wordt genoemd met een hoog percentage laaggeletterde werkenden, denk aan: schoonmakers, hulpkrachten bouw en industrie, productiemedewerkers, hulpkrachten landbouw, keukenhulpen, conciërges, assemblagemedewerkers, hoveniers, bouwarbeiders ruwbouw en koks. De top tien-sectoren met een hoog percentage laaggeletterde werkenden komt hiermee overeen, denk aan: reiniging en groen, maken van kleding, maken van lederwaren en schoenen, uitvaartbranche, landbouw en jacht, metaalsector, maken van auto’s, horeca en vervaardiging van voedingsmiddelen. Werkgevers en vakbonden kunnen m.a.w. het nodige betekenen in de bestrijding van de laaggeletterdheid op de werkvloer. Hopelijk pakken ze deze handschoen nog beter op in het kader van de maatschappelijke verantwoordelijkheid. De totale maatschappelijke kosten voor laaggeletterdheid bedragen zeker 1 miljard euro per jaar, blijkt uit onderzoek van PricewaterhouseCoopers (PwC). De opbouw van die kosten zit in meer armoede, groter beroep op sociale zekerheid, extra kosten gezondheidszorg, gemiste belastinginkomsten en inkomensverlies van de doelgroep. De bestrijding is een fraaie invulling van sociale duurzaamheid en denken op langere termijn.

Het aanvalsplan laaggeletterdheid van het ministerie van OCW in 2006–2010 is helaas nooit goed uit de verf gekomen, evenmin het convenant 2007-2015 tussen werkgevers, werknemers en overheid, waarin de ambitie was neergelegd het percentage Nederlanders dat moeite heeft met lezen, schrijven of rekenen te laten afnemen van 10% naar 4%. Het is namelijk nog steeds hardnekkig 10% en helemaal stuitend is dat er laaggeletterde leerlingen het onderwijs verlaten en de arbeidsmarkt instromen. Wat stellen de loodzware kwaliteitscontroles in het onderwijs dan eigenlijk echt voor? Verheugend is dat bedrijven in Emmen taallessen gaan stimuleren, zo viel onlangs in deze krant te lezen. In vele verkiezingsprogramma’s voor de komende gemeenteraadsverkiezingen in maart komt het thema ook terug. Er valt kortom voor menigeen wat te verdienen …

 

Michel Berends, commissielid PvdA-Statenfractie Drenthe

 

(ook verschenen op de opiniepagina van DvhN 9 februari 2022, p. 15