Door op 23 maart 2014

Waar is “de rooie Drent” gebleven?

Voor de tweede keer achter elkaar hebben we zware verliezen geleden in de gemeenteraadsverkiezingen. Waren we in 2010 nog in vier gemeenten de grootste partij en de lokale partijen in vijf,  is dit in 2014 gereduceerd  tot twee voor de PvdA terwijl de lokalen in acht gemeenten de grootste zijn.

Het globale beeld is dat we, op Emmen na, bijna overal  een à twee  zetels inleveren De laatste periode leverden we in negen colleges een of meer wethouders. Het valt te bezien hoeveel het deze periode zullen worden. Hoewel de tik bij de een harder aan komt dan bij de ander is dit resultaat voor ieder enorm teleurstellend.

Welwillend  

Waren we niet weken bezig met intensief campagne voeren?  Hebben we niet bij duizenden  de deuren bezocht? Werden we niet doorgaans positief tegemoet getreden door de burgers die het op prijs stellen dat we langs komen? Hadden we niet het idee dat  de meeste mensen die we ontmoetten, weliswaar negatief waren over het regeringsbeleid, ons vriendelijk en welwillend aanhoorden. Ja, dat hadden we! En we werden harder afgestraft dan we dachten en zeker dan dat we verdiend hadden. Maar in een democratie is er maar een de baas en dat is de kiezer. 

Maar wat gaan we nu doen? Zielig doen? Diederik Samson de schuld geven dat hij niet de juiste politieke boodschappen afgeeft?  Ronald Plasterk verwijten dat hij de  Kamer verkeerd heeft geïnformeerd en toch bleef zitten?  Peter Paul Stikker de schuld geven omdat zijn campagnestrategie niet werkte? Jetta Klijnsma verwijten dat ze toch wel moet begrijpen dat een PvdA  nooit akkoord kan gaan met verplicht werken voor een uitkering? Martin van Rijn de schuld geven dat hij onzorgvuldig met jeugdzorg en  ouderenzorg om gaat door veel te zwaar te bezuinigen bij de overheveling van zorg naar de gemeenten? Dat kan allemaal, maar heeft geen zin en  slaat ook  nergens op.    

Het beste ervan maken   

In september 2012 waren we allemaal dolblij dat Diederik ons van virtueel 18 zetels voor de zomer naar 38 zetels in september had gebracht. Het enige vervelende was dat de VVD nog net iets groter was geworden en dat er verder alleen nog relatief kleine partijen over waren gebleven. Regeren zonder VVD was uitgesloten, zonder PvdA ook trouwens. D66 erbij had gekund, maar was voor de Tweede Kamer voor een meerderheid niet nodig en voor de Eerste Kamer onvoldoende om een meerderheid te krijgen. Ons land was al vier jaar in  crisis en eigenlijk al vanaf 2002 zonder stabiele regering. Wat doe je dan als partij die in de parlementaire democratie gelooft? Juist, het beste er van maken! Het regeerakkoord heeft bijna unanieme steun gekregen van onze achterban. Dan ga je een overeenkomst aan voor vier jaar en zo is dat!  

Wat we kunnen doen is proberen op basis van onze uitstekende staat van dienst als  bestuurders partij zoveel mogelijk goede wethouders gaan leveren en de decentralisatie van de langdurige zorg  en jeugdzorg tot een succes maken. Verder moeten we hopen dat onze economie nu voorzichtig aan gaat trekken en dat we langzaam de (bezuinigings)teugels iets kunnen laten vieren.   

Achterban  

 Voor de wat langere termijn is het wel zinvol dat we eens nadenken over onze koers en boodschap. Beetje bij beetje raken we steeds verder van onze kiezers uit de traditionele achterban verwijderd. Die gaan of niet meer stemmen of zitten bij SP, PVV en veel lokale partijen. Voor de liefhebbers heb ik hier al wat ideeën over opgeschreven (There is  such thing as society. Meritocratie, individualisme over de top, Harm Brouwer, februari 2014).

Beluister ook Harm Brouwer in het radioprogramma Cassata van 22.03.2014 (redactie).